Bij microcredential-opleiding meteen een baan in de energiesector

De Hogeschool Rotterdam start in mei samen met ‘De Nieuwe Ingenieurs’ het Energie Starterstraject, een technische microcredential-opleiding waarbij deelnemers zonder technische achtergrond meteen een baan krijgen in de energiesector, bijvoorbeeld als werkvoorbereider. Met op dit moment ruim 80 aanmeldingen zijn er meer deelnemers dan er plek is.

Aanleiding voor het initiatief is het tekort aan technisch personeel bij bedrijven die zich bezighouden met de energietransitie. Bij De Nieuwe Ingenieurs, die bedrijfsleven, eigen technische expertise en onderwijs samenbrengt, hebben zich inmiddels vijf bedrijven gemeld voor het zogenoemde Energie Starterstraject. Het gaat onder andere om grote aannemers die bijvoorbeeld energiekabels aanleggen of loodsen bouwen voor energieopslag.

Salaris en leaseauto

De deelnemers komen de eerste twee jaar bij De Nieuwe Ingenieurs in dienst en worden gedetacheerd naar de bewuste bedrijven. Bij de Nieuwe Ingenieurs krijgen de nieuwe medewerkers naast salaris een mobiliteitsbudget voor bijvoorbeeld een leaseauto. Ook wordt hun cursusgeld betaald.

Twee jaar geleden werd duidelijk dat bedrijven microcredentials – zeg maar een microdiploma voor een onderwijsmodule – konden gaan inkopen bij onderwijsinstellingen. Voor David Veldhoen aanleiding om tijdens een open dag van de HR op Roger Reichrath onderwijsmanager bij technische bedrijfskunde, af te stappen. Veldhoen was ooit student bij die opleiding en gaat werken bij het mede door hem opgerichte De Nieuwe Ingenieurs. ‘Wij willen vooruitstrevend denken en zorgen dat nieuwe mensen in de techniek gaan werken. Ik wilde het gesprek aangaan om te onderzoeken wat mogelijk was.’

Leven lang ontwikkelen

Reichrath hapte toe. ‘Ik had net van onze directeur (Mirjam van den Bosch, van EAS, red.) de opdracht gekregen om te bedenken wat we konden doen met ‘leven lang ontwikkelen’. Daar paste dit nieuwe initiatief goed bij, juist omdat het niet vanuit de opleiding bedacht was, maar vanuit een concrete behoefte in de markt.’

Maar het maken van onderwijs kost veel tijd. ‘Je hebt te maken met het bepalen van leeruitkomsten, kwaliteitseisen en de examencommissie’, vertelt Reichrath. ‘En bijvoorbeeld met de vraag hoe we dit financieel gescheiden konden houden van het gewone onderwijs, en hoe we zaken zouden doorberekenen. We hebben dan ook veel onderzoek gedaan naar wat de markt echt nodig heeft en hoe we dit vervolgens zo veel mogelijk met eerder ontwikkeld onderwijs en binnen de bestaande processen konden realiseren.’

‘We willen het beheersbaar houden’

Twee jaar later is het onderwijsaanbod er, en in mei gaat het van start. Men hoopte te kunnen beginnen met een klasje van zo’n tien deelnemers. ‘Dan waren we al tevreden en we hebben zelfs ook scenario’s met vier à vijf deelnemers doorgenomen’, vertelt Veldhoen. Maar vanwege de grote belangstelling worden dat er waarschijnlijk meer dan tien. Veldhoen: ‘We denken nu aan 15 tot 24 mensen. Het moet niet teveel worden want we willen het wel beheersbaar houden’. Dat laatste benadrukt ook Reichrath. ‘We willen wel de kwaliteit borgen. Voor het instituut EAS is dit een pilot; we hopen dat het doorgroeit.’

De Nieuwe Ingenieurs en de bedrijven die meedoen hadden ook kunnen kiezen voor particulier onderwijs of voor het zelf opleiden van mensen. Dat gebeurt daarnaast ook maar de keuze voor de HR cq voor een onderwijsinstelling is een bewuste. Veldhoen: ‘Het onderwijs van de HR is geaccrediteerd, goedgekeurd; dat geeft bij de bedrijven vertrouwen. Ook potentiële deelnemers zijn eerder geïnteresseerd omdat de HR erachter zit, omdat ze het kennen en omdat het hbo-geaccrediteerd is. En na twee jaar kunnen deelnemers onder bepaalde voorwaarden instromen in het tweede jaar van een passende hbo-opleiding’.

DHL-bezorger en docent natuurkunde

De aanmeldingen laten een diverse populatie zien. ‘Zoals een DHL-bezorger, een hovenier, een docent natuurkunde en iemand die iets commercieels heeft gedaan’, vertelt Veldhoen. ‘En het gaat van mensen van mbo-4 tot universitair niveau en tussen de 18 en 50 jaar. Het zwaartepunt ligt bij mensen tussen de 23 en 28 jaar. En het zijn voornamelijk mannen.’

Veldhoen belt alle aanmelders om een eerste beeld te krijgen waarna degenen die qua denkniveau maar vooral – en dat is het belangrijkste – qua motivatie in aanmerking komen, worden uitgenodigd voor een gesprek. Een tweede gesprek vindt plaats met een docent op de HR. Er wordt ook nog een testje gedaan om te kijken of techniek bij hen past, en de kandidaat gaat nog bij de werkgever op gesprek.

‘We noemen ze geen studenten’

Op de HR hebben de deelnemers om de week een lesdag. Reichrath: ‘Het onderwijs lijkt op deeltijdonderwijs met dat verschil dat deze cursisten, we noemen ze geen studenten, bij aanvang nog niet in de techniek zitten en hun bedrijf nog niet goed kennen. Wij gebruiken grotendeels bestaande modules en leeruitkomsten. Deelnemers hebben hun eigen project – bij hun bedrijf – en bij de klassikale lessen zullen ze ook elkaar gaan helpen’.

Reichrath verwacht dat het voor zijn docenten geen probleem is dat de deelnemers geen technische achtergrond hebben. ‘Ik vertrouw op ons inlevingsvermogen. Wij hebben veel docenten met praktijkervaring, Ik denk dat het ons wel lukt om deelnemers zover te krijgen dat ze gaan leren wat ze moeten leren. Daarbij zullen de docenten niet standaard hun modules afdraaien; we zullen meer kijken naar wat de deelnemers moeten bereiken aan leerdoelen.’

Werkvoorbereider of tracé engineer

De microcredential pilot is er eentje die namens instituut EAS wordt verzorgd, nu dus gericht op de opleiding technische bedrijfskunde. De op te leiden deelnemers krijgen ook een functie bij een bedrijf die min of meer in het straatje van die opleiding past, bijvoorbeeld werkvoorbereider of tracé engineer. Reichrath: ‘We kiezen nu bewust voor dit cluster zodat de deelnemers ook makkelijk van elkaar kunnen leren’.

‘Een volgende stap is’, vertelt de onderwijsmanager, ‘dat we zoiets vanuit een andere opleiding van EAS gaan aanbieden. En een derde stap is mogelijk geheel nieuw onderwijs. Waarbij je dus niet iets ontwikkelt vanuit de havist die hier een vierjarige opleiding komt volgen, maar dat je kijkt naar de problemen in de markt en dat je daar – andersoortig – onderwijs voor gaat ontwikkelen. Dat hoeven dan ook geen vierjarige opleidingen te zijn.’

Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Demian Janssen
Bron: Profielen HR

Deel dit bericht:

Related Posts